Waarom een voedselbos vraag je je misschien af? Volgens het nationale kennisinstituut voor milieu, natuur en ruimtelijke inrichting bleef rond de eeuwwisseling naar schatting nog slechts 15 procent over van de oorspronkelijke biodiversiteit in Nederland.
Helaas is dit aandeel sindsdien nog verder afgenomen en zelfs gehalveerd. Dit benadrukt de urgentie om in actie te komen en initiatieven zoals voedselbossen te ondersteunen.
Deze methoden hebben geleid tot een overschot aan stikstof in de bodem en het water. Dit veroorzaakt problemen zoals verzuring en vermesting. Als gevolg hiervan raken veel inheemse plantensoorten verdrongen door snelgroeiende soorten die profiteren van de hoge stikstofwaarden. Dit verstoort niet alleen de natuurlijke balans, maar vermindert ook de biodiversiteit aanzienlijk.
Het verdwijnen van deze plantensoorten heeft bovendien een domino-effect op het hele ecosysteem. Insecten en dieren die afhankelijk zijn van deze planten verliezen hun leefomgeving en worden daardoor ook bedreigd.
Een voedselbos herstelt de biodiversiteit door natuurlijke ecosystemen zo goed mogelijk na te bootsen. Het combineert een mix van bomen, struiken, kruiden, klimplanten en bodembedekkers. Samen vormen deze planten een veerkrachtig en zelfvoorzienend systeem dat de natuur nabootst.
Dankzij deze polycultuur en de terugkeer van biodiversiteit is het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen niet meer nodig. Hierdoor ontstaat een natuurlijke balans waarin plagen en ziekten onder controle blijven. Dit komt door de samenwerking tussen verschillende planten- en diersoorten die elkaar ondersteunen en versterken.